In januari begint het te kriebelen, in februari is er eigenlijk geen houden meer aan: alvast voorzaaien om straks zo snel mogelijk bloemen te hebben! Natuurlijk helemaal niet handig, de kans op slungelige zaailingen is te groot. Dus gebruik ik deze maanden om te inventariseren welke zaden ik nog heb en wat ik graag wil aanvullen. Ook helemaal geen straf, lekker websites afstruinen op zoek naar zaad, knollen en bollen van mooie bloemen.
Het is trouwens niet zo dat alles in het voorjaar gezaaid hoeft te worden, dat geldt vooral voor de eenjarigen die na IJsheiligen (half mei) de tuin in kunnen. Ik heb ook goede ervaringen met zaaien aan het eind van de zomer maar dat zijn vooral meerjarige planten zoals stokroos, duizendblad en akelei.
Halverwege maart komen de bestelde zaden en knollen binnen, de belofte voor een bloemrijk tuinseizoen wordt door sommige leveranciers echt als een cadeautje verpakt. Ik kan aan de slag!
Tegenwoordig zaai ik het meeste in P9 potjes die ik krijg van een bevriende hovenier die hier wat verderop woont. Ook al is het plastic, het is op zich wel duurzaam dat de potjes vaker gebruikt worden en niet worden weggegooid. Ik maak ze schoon in heet water en vul ze met een mengsel van potgrond en vermiculiet. Vermiculiet is een mineraal dat de grond luchtiger maakt en vocht vasthoudt.
Het zaaien kan beginnen. Zolang ik nog geen kas heb (grote wens!) zaai ik in één van de bollenschuurtjes. Toch leuk dat er weer gekweekt wordt in de voormalige bollenschuren en op het terrein. Naar gelang de grootte van de zaadjes stop ik één (zonnebloem bijvoorbeeld) tot negen zaadjes in een potje. De zaadjes dek ik af met een laagje vermiculiet wat ik voorzichtig nat sproei.
En dan is het wachten tot de eerste groene puntjes zichtbaar zijn. Wat ik nog steeds een wonderbaarlijk fenomeen vind, het ontkiemen van al die zaadjes. Zoveel groeikracht in zo’n klein zaadje, voor de prachtigste bloemen en de lekkerste groenten, het wordt weer een fijn tuinseizoen!